Zelf een nestkast maken

Een nestkast bezorgt je heel wat uurtjes kijkplezier. Je kan de ouders af en aan zien vliegen met het lekkers voor de kroost en je kan de kleintjes bezig zien tijdens de eerste stuntelige vlieglessen.
In de middeleeuwen hadden de nestkastjes een culinair doel. Men bouwde in de huismuren broedholtes met een invliegopening. Eens er eitjes of jongen in het nest lagen haalde men langs binnen een steen weg en roofde men zo het nest. In die tijd waren jonge vogels en de eieren een echte lekkernij. Gelukkig zijn de nesten van vogels nu wettelijk beschermd.

Enkele algemene tips

Maak je nestkast niet uit plastiek. Plastiek lijkt misschien gemakkelijk te onderhouden maar is niet geschikt voor een kastje. Plastiek ademt niet. Daardoor ontstaat er binnen veel condensatie. Het nestje wordt nat, bovendien is het binnenin ook veel te warm voor de jonge vogeltjes. Dit kan de dood van een nestje vogels tot gevolg hebben!
Hout is ideaal bouwmateriaal. Als je je kastje achteraf een laagje vernis wilt geven om het te beschermen kies je voor een ecologisch vernis. Verf ook nooit de binnenkant van het kastje. Vogels vinden het niet zo aangenaam.

Bevestig geen stokje onder de vliegopening. Het lijkt misschien een makkelijke landingsplaats maar zo geef je eksters en vlaamse gaaien de kans om het nest leeg te roven.

Hoe maak je een koolmeeskastje?

Hieronder vind je een plannetje. Dit nestkastje is geschikt voor de koolmees maar ook voor de pimpelmees (28 mm vliegopening), de spreeuw (45 mm) en de bonte vliegenvanger (32 mm). Heb je in je tuin veel pimpelmeesje en wil je een kastje maken dat enkel door hen kan bezocht worden dan moet je een vliegopening van 28 mm doorsnede maken.

Afmetingen
Hoogte: 26 cm
Hoogte tot aan de vliegopening: 20 cm
Vliegopening: 32 mm
Breedte: 12 cm
Diepte: 12 cm
Het dak mag enkel centimeters overhangen aan de voorkant en licht aflopen.
Hout met een dikte van 18 mm is ideaal.